
Reactie op de Nationale Circulaire Plastic Norm
Op 29 mei is onderstaande brief verstuurd naar Minister Harbers en Staatssecretaris Heijnen.
Geachte Minister Harbers en Staatssecretaris Heijnen,
Hierbij ontvangt u de reactie van Greenwise Circular Plastics en de bedrijvenvereniging SUSPACC (Sustainable Products and Chemicals Cluster) op de internetconsultatie aangaande de Wijziging van de Wet milieubeheer voor een nationale circulaire plastic norm.
Introductie
Greenwise Circular Plastics is de, door de noordelijke overheden, kennisinstellingen en het kunststofgerelateerde bedrijfsleven gedragen, organisatie die de transitie naar een duurzame productie en recycling van kunststoffen voor Noord-Nederland coördineert en versnelt. Greenwise Circular Plastics vervult deze rol vanuit de Greenwise Campus en Chemport Europe. SUSPACC is het noordelijke MKB-netwerk van bedrijven die investeren in de groene en circulaire kunststoffenindustrie. Vanuit de gedeelde ambitie is er een nauwe samenwerking tussen Greenwise Circular Plastics en SUSPACC.
Voor het verwezenlijken van onze ambitie is ondersteunende wet-en regelgeving essentieel. Daarom hebben wij ook met belangstelling de voorgestelde wijziging van de Wet milieubeheer aangaande een nationale circulaire plastic norm gelezen. Op basis hiervan en in afstemming met de andere partijen in Noord-Nederland betrokken bij het realiseren van een circulaire economie en de transitie naar groene chemie zijnde Chemport Europe, Groningen Seaports, Vereniging Circulair Groningen en de Vereniging Circulair Friesland is onderstaande reactie opgesteld.
Wijziging Wet Milieubeheer – Circulaire Polymeren
Met belangstelling hebben we de ‘Wijziging van de Wet milieubeheer voor een nationale circulaire plastic norm’ gelezen. De wijzigingen die worden aangebracht hebben betrekking op het verplicht stellen van een minimum percentage gerecyclede kunststoffen. Het doel van de wetswijziging is het reduceren van het gebruik van fossiele grondstoffen, het aanmoedigen van gebruik van gerecyclede en biogebaseerde grondstoffen en het verminderen van CO2 uitstoot in de kunststof keten.
Op Europees niveau is een dergelijke verplichting aangekondigd, waar eisen per sector worden vastgelegd. Het is nog onduidelijk wanneer deze verplichtingen worden ingevoerd. Doordat Nederland de verplichting vooruitlopend op Europa invoert, laten we zien de circulariteits- en klimaatopgave serieus nemen. Daarnaast brengen we onszelf op deze manier in positie om ook voor de toekomst een goede marktpositie te verwerven. De durf die Nederland hierin toont ondersteunen wij van harte.
Concurrentienadeel buitenland
Tegelijkertijd brengt voor Europa uitlopen risico’s met zich mee. De wetswijziging richt zich niet op de prijs van primaire kunststoffen (virgin plastics), terwijl de marktprijs van primaire kunststoffen vaak lager is dan de prijs voor gerecyclede kunststoffen. Bovendien ligt de prijs van primaire kunststoffen in vrijwel alle gevallen beneden de prijs van biogebaseerde kunststoffen. Door het verplichten van recyclaatgebruik in Nederland, wordt het risico genomen dat Nederlandse verwerkers concurrentienadeel ervaren door het kostprijsvoordeel dat buitenlandse verwerkers hebben. Het effect hiervan is nu nog niet te overzien. Tevens zorgt het bijmengen van recyclaat dat het eindproduct waarschijnlijk opnieuw diverse testen en normeringsprocedures moet ondergaan om aan te tonen dat het eindproduct nog steeds aan alle eisen voldoet. Ook dit vormt een kostprijsverhoging voor de verwerkers en daarmee waarschijnlijk een nadelige concurrentiepositie. Daarom doet Greenwise Circular Plastics tezamen met SUSPACC in deze brief een aantal constructieve voorstellen.
Consultatievraag en wijzigingsvoorstellen
De vraag die in de consultatie gesteld wordt is: “In hoeverre draagt dit wetsvoorstel bij aan het stellen van de juiste kaders voor het slagen van een klimaat-neutrale en circulaire economie met oog voor de economische positie van de plastic sector?” Het antwoord van Greenwise Circular Plastics en SUSPACC is hierop is als volgt:
- Volgens het huidige voorstel vallen enkel Nederlandse verwerkers onder de bijmengverplichting. Dat zorgt voor een internationaal concurrentienadeel wanneer verwerkt materiaal wordt geïmporteerd. Daarom stellen wij voor: Maak naast verwerkers ook de importeur van al verwerkt materiaal verantwoordelijk voor het gebruik van recyclaat eerder in de keten, door bij import van materiaal zonder recyclaat dezelfde meerprijs te vragen als via het CPE-handelssysteem gebeurt zou zijn in het geval van een Nederlandse verwerker die niet voldoet aan de bijmengverplichting.
- Ook in het exporteren van verwerkt materiaal is er risico op internationaal concurrentienadeel. Daarom stellen wij voor: Waarborg bij de Nederlandse Emissieautoriteit dat verwerkers die recyclaat of biogebaseerde polymeren gebruiken in de verkoopprijs kunnen blijven concurreren, via de prijsbepaling van de Circulaire Polymeer Eenheden (CPE).
o Ook ondervinden verwerkers die recyclaat of biogebaseerde polymeren toepassen hierdoor automatisch concurrentievoordeel ten opzichte van geen recyclaatgebruik. - Door het verplicht te stellen van een minimum percentage gerecyclede kunststoffen en/of biogebaseerde kunststoffen, groeit de vraag naar recyclaat en biogebaseerde plastics. Dit zorgt voor een betere marktpositie voor recyclers en partijen die vooroplopen in de circulaire economie. Daarnaast vergroot deze maatregel investeringspotentieel in bijvoorbeeld recycling-installaties. Dit juichen wij van harte toe.
- Het invoeren van een handelssysteem in CPE vormt een prikkel voor bedrijven om zoveel mogelijk circulaire plastics te gebruiken. Dat stimuleert de markt voor recyclaat en biogebaseerde plastics. Tegelijkertijd ontstaat het risico dat organisaties hun negatieve impact ‘afkopen’. Onze suggestie is: Voeg een einddatum toe aan het handelssysteem, wanneer algehele verplichting mogelijk is.
- Volgens het huidige voorstel wordt gebruik van biogebaseerde polymeren gelijk gewaardeerd als recyclaatgebruik. Echter scoren biogebaseerde polymeren beter op de R-ladder dan recyclaat. Bovendien is de milieu-impact van biobased polymeren op de gehele levensduur vaak lager dan recyclaat. Onze suggestie hiervoor is: Waardeer biogebaseerde polymeren hoger dan recyclaatgebruik in het handelssysteem.
- Veel specificaties worden via een Algemene maatregel van Bestuur (AmvB) vastgesteld en zijn derhalve niet te beoordelen. Deze AmvB’s hebben grote invloed op de werking van de NCPN. Daarom stellen we voor om ook de AmvB’s in goed overleg met de juiste belangenpartijen vast te stellen.
Wij hopen met deze voorstellen een constructieve bijdrage te hebben geleverd aan de verdere vormgeving van deze wetswijziging. Mocht u nog vragen hebben of nadere toelichting wensen op deze brief dan kunt u contact opnemen met ondergetekenden via info@greenwisecampus.nl of suspacc@chemport.eu.
Met vriendelijke groet,
Dr. ir. Ineke Ganzeveld
Programmaleider Circulaire Plastics
Greenwise Campus/Chemport Europe
Ir. Bart Labrie, MBA
Voorzitter SUSPACC